Slechts 40 procent van de mensen met PTSS krijgt een traumagerichte behandeling aangeboden1, en een op de vijf stopt voortijdig met de therapie2. Dissociatieve symptomen, die bij 15-30 procent van de mensen met PTSS voorkomen3, maken effectieve behandeling complex. Hoewel een recente meta-analyse suggereert dat dissociatieve symptomen geen negatieve invloed hebben op behandeluitkomsten4, zijn de klinische uitdagingen in de populatie met dissociatieve stoornissen evident. Dissociatieve stoornissen worden echter vaak pas na 7 tot 12 jaar na aanmelding bij een GGZ-instelling gediagnosticeerd.

Dissociatie kan zich uiten in emotionele verdoving, identiteitsverwarring, flashbacks of lichamelijke intrusies met genitale pijn, krampen en responsen als gevolg. Seksualiteit en schaamte spelen hierbij vaak een belangrijke rol, vooral bij cliënten met een geschiedenis van seksueel misbruik. Angst dat een therapeut misbruik herhaalt of heftige lichamelijke sensaties kunnen zowel cliënt als behandelaar overweldigen en het therapeutisch proces verstoren.

In deze workshop geven we een interactieve plenaire presentatie, verkennen we hoe dissociatie niet alleen een vorm van vermijding is, maar ook samenhangt met flashbacks, pseudoherinneringen en fysieke reacties. We demonstreren interventies om dissociatie te adresseren in een traumagerichte behandeling, cliënten te helpen regie te nemen en schaamte te normaliseren. Door middel van rollenspellen krijg je praktische handvatten die direct toepasbaar zijn in traumagerichte behandelingen.

Sprekers